maandag 25 oktober 2021

De Kristallen Toren - toewijding aan het Hoogste Licht

Aan de rand van de wereld bevinden zich de Glazen Bergen. Daar, op de hoogste, steilste berg van glas, staat de Kristallen Toren, die reikt tot in de wolken. Bovenin de toren woont al eeuwenlang een betoverde prinses. Zij is de allermooiste en allerliefste prinses ooit, maar niemand kan haar bereiken. Daarvoor is haar toren te hoog en de bergen te scherp en verraderlijk. Bovendien worden de Glazen Bergen nog onveiliger gemaakt door de levensgevaarlijke draken die er rondvliegen.

Ieder jaar komen van heinde en verre moedige ridders naar de Glazen Bergen om de prinses te bevrijden. Echter, geen van hen is daar ooit in geslaagd, nu al honderden jaren lang. En zo moet de prinses, jaar in jaar uit, toezien hoe moedige, nobele jongemannen klimmend en vechtend de dood vinden aan de voet van haar toren.


Op zekere dag voelt de prinses dat het voor haar tijd is om er iets aan te doen. Ze haalt het linnen van haar bed, neemt de gordijnen van de muur, haalt al haar jurken en onderjurken uit de kast en knoopt alle stof tot een lang touw. Dan neemt ze al haar kostbare kettingen en armbanden en knoopt die aan het touw vast, zodat het nog langer wordt. Als ze dan in de verte een ridder aan ziet komen, daalt ze langs het touw af langs de toren en de bergen, steeds alert dat de draken haar niet opmerken. Het geïmproviseerde touw van de prinses reikt bijna tot de toppen van de hoogste bomen. De prinses waagt de sprong naar een boomkruin. Dan is er geen weg meer terug, maar dat kan haar niets schelen. 


Terwijl de prinses door de boomtakken omlaag klimt, is ze dolgelukkig dat ze vrij is en op het punt staat de man van haar leven te ontmoeten. De ridder rijdt net het bos in wanneer de prinses uit het gebladerte tevoorschijn komt en haar eerste stap op Aarde zet. Eerst is hij verrast en verward, maar de prinses legt hem alles uit en dan zijn ze samen heel blij. De ridder is opgelucht dat hij de dodelijke Glazen Bergen niet hoeft te trotseren en dat hij de uitverkorene blijkt te zijn - de eerste en enige mens die de prinses heeft bereikt!


Na een paar uur is de euforie echter gezakt, is de ridder wat meer vertrouwd geraakt met de prinses en begint hij te twijfelen. Hij heeft van kinds af aan gedroomd van het grote avontuur waarin hij de bergen, de draken en de toren zou trotseren en de wereld zou tonen wie hij is. Hij heeft zich daar zijn hele leven op voorbereid. En is dit het nu?


De ridder gaat ook twijfelen over de prinses. Haar kleding is gescheurd, haar lange haar zit hopeloos in de war en vol bladeren en ze draagt helemaal geen juwelen. Ze lijkt ook iets onzeker, omdat ze zich bevindt in een voor haar nieuwe, onbekende wereld. Verder spreekt ze vreemd, in een eeuwenoud accent, met rare woorden die ze zelf heeft bedacht in haar jaren van eenzaamheid, hoog in de toren.


De ridder, zelf de kroonprins van een machtig koninkrijk, realiseert zich dat de prinses geen bezittingen heeft en geen invloedrijke familie; helemaal geen familie zelfs. De ridder begint zich zorgen te maken over de reacties van zijn vader en de edelen en de hovelingen als hij straks thuiskomt met een prinses in een oude, kapotte jurk. Dan bedenkt hij dat mensen hem kunnen uitlachen als hij vertelt dat hij geen berg heeft hoeven beklimmen en nul draken heeft hoeven verslaan om de prinses te bereiken; dat hij zijn schitterende uitrusting alleen draagt voor de sier. Zo maakt de ridder zich steeds meer zorgen.


Tegen de avond is de ridder zover dat hij besluit zonder de prinses huiswaarts te keren en de hele onderneming te vergeten. Hij wenst de prinses het beste en geeft dan zijn paard de sporen.


De prinses is eerst met stomheid geslagen en huilt dan uren aaneen om haar droom, die zo ruw uiteen is gespat. En ze begint zich af te vragen of ze er goed aan heeft gedaan om uit haar toren omlaag te komen. Dan realiseert ze zich dat ze alleen is op Aarde, zonder eten of zelfs maar een deken; en überhaupt zonder overlevingsvaardigheden.


Het bos wordt donkerder en enger, maar vuurvliegjes komen naar de prinses en leiden haar naar een beekje met helder water, waar heerlijke bessen groeien. Nachtvogels zingen voor haar rustgevende tonen en een lief zwerfhondje komt over haar waken. De prinses gaat liggen onder de koesterende takken van een treurwilg, omringd door vuurvliegjes die haar herinneren aan de sterren waar ze vroeger tussen sliep. Ze valt in slaap met de hoopvolle gedachte: "Met alle lieve steun die ik krijg, kan ik hier misschien toch overleven en misschien zelfs gelukkig zijn." En de prinses droomt dat eenhoorns en verlichte witte paarden naar haar komen en haar geruststellen; dat ze er goed aan heeft gedaan om van haar toren af te dalen; dat ze er altijd voor haar zullen zijn en dat alles goed komt.


Uit het boek "Ridders van Licht" door Barbara Borecka en Rene Argonijt.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Romantische tips voor mannen en vrouwen

Omarm je kansen op Liefde! Geef het nooit op! Zelfs als je hart in het verleden gebroken is, vergeet niet dat er vele oprechte, geweldige me...